Veranderende verhoudingen

Vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw nam wegtransport steeds meer de plaats in van het spoor, zowel voor de aanvoer van grondstoffen en bieten als voor de export van afgewerkte producten.

Luchtfoto van de site van de Tiense suikerfabriek, 1960 - 1970, Collectie Monique Pirson.

Nood

De groei van de Tiense suikerfabriek en de Tiense industrie in haar geheel zorgde voor druk op de ontsluitingswegen. Aan de overweg ter hoogte van het station van Grimde was het op de steenweg Tienen – Sint-Truiden vaak erg druk. In 1920 stelde de suikerfabriek de vraag naar een eigen station om die van Grimde en Tienen te ontlasten. Plannen werden getekend, onteigeningen doorgevoerd, maar het station en de bijhorende verbindingslijn kwamen er niet.

Ruim vijftig jaar later, in 1974, werd opnieuw een spoorverbinding gepland om de bedrijvenzone Soldatenplein die zich in de buurt van de suikerfabriek had ontwikkeld te ontsluiten. Maar ook die verbinding kwam er niet.

Reclame voor suiker van de Tiense suikerfabriek, 1935, Hagelands Historisch Documentatiecentrum en Stadsarchief Tienen.

Oplossing

De oplossing werd uiteindelijk gezocht op de weg. Niet alleen voor de Tiense suikerfabriek, maar voor heel wat Belgische bedrijven bleek de weg uiteindelijk beter de nood aan een flexibele import en export te lenigen.

Voor de suikerfabriek was dat de openstelling van de E40 in 1972, met een verbindingsweg met de Tiense ring, maar ook de aanleg van de Ambachtenlaan die vanaf het einde van de jaren ’70 de ring ontlastte. In 1985 startte de suikerfabriek met een grondige vereenvoudiging van haar spoorverbindingen.

De spoorlijnen naar Diest en Namen waren tegen die tijd niet meer in gebruik voor personenvervoer, en ook het goederenvervoer werd gestaakt tegen 1988.

Bietentransport over de weg in Tienen, 1975 - 1990, Collectie Monique Pirson.

Sporen in het landschap

Ondanks de veranderde verhouding tussen spoor en industrie in de tweede helft van de 20ste eeuw, blijft de 19de-eeuwse vervlechting in het Tiense landschap zichtbaar tot vandaag.

Bij hun aanleg werden de spoorlijnen als het ware op het landschap gelegd. Dat maakt dat ze - ook al zijn ze met uitzondering van de lijn tussen Leuven en Tienen vandaag niet meer in gebruik – nog steeds zichtbaar zijn.

De spoorlijn richting Namen is van even buiten Tienen heraangelegd als fietspad. En ook de lijn naar Diest is grotendeels tot fiets- en wandelroute omgevormd. De herinnering aan de spoorlijn wordt wel levendig gehouden.

Op de POM-site in Grimde, werden twee stukken spoorlijn heraangelegd. En op het deel van het tracé dat zich bevond op de terreinen van de suikerfabriek staat sinds kort een gestileerde bietenwagon. Die informeert wandelaars en fietsers over de historische band tussen suiker, Tienen en het spoor.

Gestileerde bietenwagon met infoborden, 2017, Regionaal Landschap Zuid-Hageland.

Bibliografie

B. van der Herten e.a. ed., Sporen in België. 175 jaar spoorwegen. 75 jaar NMBS (Leuven 2001).

D. Maho, Industrieel erfgoed: de Tiense suikerfabriek en zijn directe omgeving (Paper Historische Geografie en Cartografie) (Leuven 2008-2009).

J. Staes en H. Welter, Mechelen, Leuven, Tienen… retour. Een treinreis door het verleden (Leuven 1987).

S. Thomas, ‘Het suikermuseum en het ontstaan van de bietsuikerindustrie in Tienen’, in: Museumopener (2014), p. 1-11.

L. Vrancken, Grimde in- en uit(gevoerd) (Tienen 2006).

Reclame voor suiker van de Tiense suikerfabriek, 1935, Hagelands Historisch Documentatiecentrum en Stadsarchief Tienen.

Terug naar boven