Wat zette naoorlogse huishoudens ertoe aan het platteland als woonomgeving te verkiezen boven een stedelijke omgeving? Hoe evolueerde de inhoud van het concept 'ruraliteit' in de paradoxale setting van een verstedelijkend platteland?
In dit onderzoeksproject was het de bedoeling de hypothese te toetsen dat bij de aantrekkingskracht van het platteland niet enkel rationele of materiële factoren een rol speelden, maar ook het 'beeld' van het plattelandsleven dat algemeen circuleerde.
Het opzet van het onderzoek was tweeledig. Enerzijds werd op macroniveau getracht het dominante discours over ruraliteit en ruraal wonen in Vlaanderen in kaart te brengen. Hierbij werd een top down benadering gehanteerd, via een analyse van de beeldvorming over het platteland door zowel beleidsmakers, architecten en bouwpromotoren, middenveldorganisaties, drukkingsgroepen (zoals de milieubeweging) als de massamedia.
Anderzijds was het de bedoeling deze onderzoeksresultaten te confronteren met het microniveau van de eigenlijke plattelandsbewoners, door hen te ondervragen over hun ervaringen met landelijk wonen en de invloed van ruraliteit op hun alledaagse woonpraktijken. Op die manier werd een veelzijdig inzicht in de naoorlogse evolutie van wonen in Vlaanderen bereikt.
Het FWO-project werd uitgevoerd door Rien Emmery, onder begeleiding van Leen Van Molle (KU Leuven, MoSa) en co-promotoren Yves Segers (ICAG) en Hilde Heynen (KU Leuven, ASRO). Voor meer informatie kan je contact opnemen met Yves Segers.