Flanders Vegetable Valley

De diepvriesgroente-industrie bestaat uit onafhankelijke familiebedrijven en draait grotendeels op privékapitaal. Ze hebben een vlakke organisatiestructuur, maar integreren alle stappen van het productieproces onder één dak. Door middel van contractteelt wordt de aanvoer verzekerd. Kwaliteit wordt hoog in het vaandel gedragen. Het productgamma wordt jaar na jaar uitgebreid.

Luchtfoto van het POVLT in Beitem-Rumbeke uit 1970, Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw (POVLT).

Familie, vrienden en vijanden

De diepvriesgroente-industrie heeft een vlakke organisatiestructuur: de eigenaars, de bestuurders, de bedienden en de arbeiders zijn sterk bij het bedrijf betrokken. De toenemende schaalvergroting dwingt de ondernemingen evenwel om professionele managers in dienst te nemen.

Ondanks collectieve samenwerking, onder meer via het Verbond van Groenteverwerkende Bedrijven (Vegebe) heerste er een sterke onderlinge concurrentie. Die zorgde ervoor dat de bedrijven hun winst investeerden in automatisering en differentiatie om de productiviteit verder op te drijven. De bedrijven stimuleren bovendien innovatie in andere West-Vlaamse nichesectoren zoals draadborstelproductie rond Izegem en koeltechnieken in de buurt van Ieper.

De clustering van de diverse activiteiten en de drang naar economische zelfstandigheid maakte van de West-Vlaamse diepvriesgroente-industrie een schoolvoorbeeld van ‘autonome industrialisatie’.

Bezoek zuiveringsinstallatie waswater prei, 1994 - 1998, Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw (POVLT).

Complementaire afzetkanalen

De veiling en de diepvriesgroentesector spelen een complementaire rol. Niet alleen op het vlak van afzet (vers versus diepvries) maar ook voor de landbouwers. Zij zagen de aanwezigheid van beide kanalen als een vorm van risicospreiding. De diepvriessector verzekerde immers graag haar aanvoer door middel van contractteelt. Ze boden boeren gegarandeerde prijzen nóg voor het gewas gezaaid was. Zo was ook de boer verzekerd van een inkomen.

Anderzijds hield die boer er vaak nog een ander veld op na, waarvan de oogst voor de veiling bestemd was. Indien de oogst meeviel, kreeg hij daar immers een hogere prijs voor zijn waren. Pinguïn-Lutosa werkt samen met zo’n duizendtal landbouwers uit de regio Roeselare-Tielt. De boeren uit de regio waren - en zijn nog steeds - flexibel: ze gingen meestal in op de vragen van de producenten, zo nodig leverden ze ook op zondag.

Maar de onderhandelingen tussen landbouwers en de diepvriesindustrie verliepen ook wel eens stroef. Wanneer de landbouwsector plots kampte met stijgende productiekosten zoals stookolie, plantgoed of meststoffen, werd dat lang niet altijd gecompenseerd door een hogere contractprijs. Het risico bestond dat de boer dan met verlies zou verkopen.

In 1995 werd daarom de vzw Coördinatiecommissie Groenten opgericht, met een arbitragecommissie. Die vormen overlegorganen tussen diepvriesindustrie en landbouworganisaties, met het POVLT als neutrale schakel. Hier kunnen discussiepunten in verband met contracten worden besproken om dure gerechtelijke procedures te vermijden.

Foto pauze dorsen erwten, 1960 - 1980, Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw (POVLT).

Alles onder één dak

Heel wat diepvriesbedrijven zijn verticaal geïntegreerd. Teelt, verwerking, invriezen, verpakking, opslag, verkoop en transport gebeuren binnen dezelfde onderneming. Het diepvriesbedrijf beslist welk zaaigoed wordt gebruikt en wanneer er wordt geoogst.

Er is permanent overleg en opvolging tussen de boeren en de bedrijven. Het oogsten gebeurt meestal machinaal (om tijd te winnen) waarbij resten zoals wortels, onkruid en ander afval zowel visueel-manueel als met gesofisticeerde optische sorteermachines worden verwijderd.

Na controle worden de groenten gewassen, geblancheerd en ingevroren in bulk. De diepvriesproducten zijn daarna klaar om te worden verpakt in de gewenste hoeveelheid in functie van de klant (retail). De afzet van de diepvriesproducten is onderverdeeld in drie grote domeinen: food-service via grossiers, supermarkten en voedingsindustrie.

Verwerkingsinstallatie groenten Scana Noliko in Bree, 2010 - 2012, Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).

Assortiment: meer dan groenten

Erwten, bonen, bloemkool, spruiten, prei, spinazie en wortels waren in het begin de voornaamste grondstoffen. Naderhand kwamen daar ook minder gekende groenten bij zoals pastinaak, snijbiet en rode biet. Tegenwoordig worden nagenoeg alle soorten gebruikt waarvan de teelt in het Europese klimaat mogelijk is.

In 2005 verwerkten de diepvriesondernemingen groenten afkomstig van meer dan 50.000 hectare tuinbouwgrond. Hiervan was meer dan 35.000 hectare afkomstig uit België, waarvan de helft uit West-Vlaanderen. De teelten die uit het buitenland komen zijn hoofdzakelijk erwten (7.500 hectare) en bonen (3.500 hectare) uit Frankrijk en wortelen (1.000 hectare) uit Nederland. Ook de verwerkte aardappelen zijn afkomstig van landbouwbedrijven uit de streek.

Door de overname van aardappel- en groenteverwerkende bedrijven werd het productgamma trouwens sterk uitgebreid. Kant-en-klaar maaltijden, soepen, sausen, voorgegaarde pasta- en rijstgerechten, puree en andere aardappelproducten en diepvriesfruit- en kruiden verruimen het aanbod. Tot slot wordt de markt van de diepvriesbiogroenten voorzichtig aangeboord.

Afdeling eetbare paddenstoelen POVLT, 2006, Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw (POVLT).

Kwaliteit

Een puntensysteem beslist of de groenten en aardappelen voldoen aan de eisen. Tijdens de teelt van de groenten controleren landbouwingenieurs bovendien op regelmatige tijdstippen het groeiproces. Ze sturen bij waar nodig met extra bemesting, vroegtijdige oogst... Normen voor suikergehalte, grootte en onreinigheden worden strikt gecontroleerd bij de aankomst in het bedrijf.

Inspectie boontjes lopende band, 2011, Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).

Terug naar boven