Op deze tekening uit het boek 'Praktische leergang over groenteteelt' (1930) ziet men hoe cichoreiwortelen ingelegd konden worden in paardenmest om losbladerig witloof te verkrijgen. Voor deze variant werd niet de gewone witloofwortel gebruikt, maar een soort met dunne wortels en lange bladeren, ook wel gekend onder de naam 'capucienenbaard'. Na het rooien in oktober-november werden de bladeren afgesneden van de wortelen en in een kelder of andere donkere ruimte geplaatst. De wortelen werden doorgaans in een schuine hoop grond of mest tegen de muur ingebed om de groei van het loof niet te belemmeren.