Na de Tweede Wereldoorlog heeft de intensieve kippenteelt zich ontwikkeld tot een efficiënt systeem om kippenvoeder om te zetten in vlees met een hogere toegevoegde waarde.
Enkel de vraag moet groeien. En dat kan gebeuren wanneer het aanbod stijgt zodat de prijs kan dalen. Een echte 'kip of ei' situatie, die wordt doorbroken, want de laatste 50 jaar is productie en consumptie van kip vervijfvoudigd.
De vleeskippensector wordt hét voorbeeld van agribusiness met toegepast wetenschappelijk onderzoek en een enorme productiviteitsstijging langs de ene kant en anderzijds massadistributie en consumptie. Kip is dagelijkse kost geworden voor iedereen. Wat ruimte geeft voor reflectie over het kippenlot en de kippen terug laat scharrelen.
Reeds voor de Tweede Wereldoorlog verdringen meer winstgevende uitheemse rassen zoals de Leghorn de klassieke Belgische rassen uit de rennen. De Amerikanen brengen in 1945 het systeem van hybride kippen mee.
Via zeer sterke inteelt bij de ouderdieren worden productie eigenschappen vastgelegd. De kruising van twee bloedlijnen zorgt voor Hy-line kuikens. Deze bastaards zijn zeer productieve merkkippen.
De professionalisering van de sector gaat gepaard met een verhoogde aandacht vanuit overheid, wetenschap en de sector zelf. Zij ontmoeten elkaar op de jaarlijkse congressen voor de kip en het ei die vanaf 1952 doorgaan in Kruishoutem. Daar wordt gedebatteerd over hy-line kippen, antibiotica en vooral over de stimulering van de inlandse vraag naar braadkip.
Tezamen met de schaalvergroting groeit ook het inzicht in het metabolisme van de kip. Veevoederbedrijven zoals AVV bieden uitgebalanceerde mengsels aan, vitaminen incluis.
Antibiotica houdt in therapeutische doses niet alleen de ziekten onder controle maar maakt eveneens de omzetting van voedsel meer efficiënt met onder meer een gelijkmatige groei en een groter gewicht.
Tot ver in de jaren 1950 blijft kip luxueus eten. Kippenvlees komt in het modale gezin enkel op tafel als er iets te vieren valt zoals de verjaardag van Piet Fluwijn.
Vandaag is er kip voor iedereen en eet de gemiddelde Belg tot 20 kg kippenvlees per jaar. Dat is 40 keer zoveel als 150 jaar geleden.