Een keerpunt: de ramp van Marcinelle

De mijnramp van Marcinelle was niet alleen de grootste catastrofe in de Belgische mijnbouwsector, maar zorgde ook voor een keerpunt in de Italiaanse migratie- en integratiegeschiedenis.

Op 8 augustus 1956 brak er diep onder de grond een felle brand uit. 275 mijnwerkers kwamen als ratten in de val te zitten. Slechts dertien onder hen overleefden de ramp. Meer dan de helft waren Italianen. Wekenlang wachtten familie en vrienden van de ingesloten arbeiders aan de mijnpoorten op enig nieuws.

De directe oorzaak van de ramp leek op het eerste gezicht een menselijke fout, maar de echte redenen waren vooral de onveilige situatie van de mijninstallaties en de geringe veiligheidsvoorschriften. Zoals te verwachten was, zegde de Italiaanse overheid het migratiecontract op.

Buitenlandse mijnwerker, 1960 - 1969, KADOC - KU Leuven.

Marokkanen na Italianen

De georganiseerde rekrutering vanuit Italië viel zo goed als stil. Na de ramp bleek hoe onveilig en verouderd heel wat Belgische mijnen waren. De Italiaanse arbeiders werden vervangen door collega’s uit Griekenland, Spanje en in mindere mate Portugal.

Vanaf het begin van de jaren 1960 zochten de Belgische mijnen de nodige arbeidskrachten vooral in Turkije en Marokko. Al ging de individuele migratie van Italianen natuurlijk door en dat tot het begin van het volgende decennium, bijvoorbeeld naar de nieuwe Ford fabriek in Genk.

Vanaf het begin van de jaren 1980 groeide de koopkracht in eigen land aan en nam het geboortecijfer af. Steeds minder Italianen trokken naar het buitenland. Italianen waren lange tijd de grootste groep migranten in België. Pas vanaf begin 2006 namen Marokkanen deze koppositie over.

Boekje gewijd aan de mijnramp van Marcinelle, 1956, Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).

Beeld …

Van Italianen wordt nu gezegd dat ze perfect geïntegreerd zijn, men noemt ze wel eens de ‘aristocraten van de migratie’. We mogen evenwel niet vergeten dat in de jaren 1940 en 1950 de situatie toch enigszins anders was.

Italiaanse mijnwerkers werden dan uitgescholden voor ‘macaroni’ en ‘spaghetti’. In vele cafés waren ze niet welkom en zelfs nog in de jaren 1970 werd een anti-Italianen lied opgenomen: ‘A la mutuelle, la vie est belle’.

Twee affiches met foto's van gastarbeiders, 1960 - 1969, KADOC - KU Leuven.

… en tegenbeeld

De complimenten en eretitels kwamen pas later, wanneer nieuwe migranten arriveerden die er nog vreemder uitzagen. En wanneer Italiaanse Belgen het ‘maakten’ in de Belgische samenleving als muzikant, voetballer of politicus … Denk bijvoorbeeld aan Elio di Rupo, Rocco Granata of Adamo.

Wat niet betekent dat stereotiepen en clichés niet blijven bestaan, zowel positieve als negatieve. Alle Italianen zijn macho’s en de mamma’s domineren het huishouden. Italianen zouden ook als geen ander oog hebben voor mode en design. En wie is er al zo vaak wereldkampioen voetbal geworden?

Bruno Simoni voor zijn winkel tijdens een braderie, 1954, Stichting Erfgoed Eisden.

Terug naar boven