Verbreding van de basis

In de jaren 1960 bleef het ledenaantal van LRV groeien.

Rijvereniging Vleteren op provinciaal toernooi Wevelgem, 1950 - 1960, KADOC - KU Leuven.

Eerste meisjesleden

Vanaf 1965 werden de voorwaarden voor lidmaatschap van LRV meer opengesteld. Gehuwden, meisjes en vrouwen konden nu ook lid worden, evenals jonge kinderen door de oprichting van ponyclubs. Het zorgde voor een grote instroom van nieuwe leden.

Eerste amazones cursus ruiterschool Oud-Heverlee, 1965, KADOC - KU Leuven.

Geen exclusief boerenclubje meer

In de jaren 1970 groeide LRV verder uit tot een grootschalige vereniging met een verbreed lidmaatschap. In 1970 telde LRV 272 afdelingen met 7353 leden, in 1983 312 met 10.162 ruiters. Het aandeel van de land- en tuinbouwers daarin zakte geleidelijk onder de 20 procent.

BJB ruitertoernooi, 1966, KADOC - KU Leuven.

In de schoot van Boerenbond

Daar waar de hervorming van de structuur in 1968 uitging van de bekommernis om LRV blijvend te verankeren in de Boerenbondorganisatie, stelden zich na 1980 totaal andere problemen. Enerzijds had LRV binnen de wereld van de ruiterij een te nadrukkelijke Boerenbondstempel. Anderzijds was de Boerenbond zelf steeds minder geneigd met geld over de brug te komen.

Er werd intens naar oplossingen gezocht en uiteindelijk werd LRV opnieuw een autonome afdeling in de schoot van Boerenbond, wat inhield dat de autonome vzw Landelijke Ruiterschool opgeslorpt werd. Vanaf 1993 moest LRV het stellen met de lidgelden en moest de vereniging voor de rest haar eigen financiële boontjes doppen, zonder bijdrage van Boerenbond.

Wegwijzer op tornooi LRV, KADOC - KU Leuven.

Terug naar boven