Nederlandse film mogelijk gemaakt door financiering van het Marshallplan ter promotie van de maïsteelt in Nederland. De voordelen komen aan bod, alsook de methoden voor zaadveredelingen, en de voordelen van de mechanisatie van de teelt. Maïs is Nederland nog steeds een nieuw gewas. Nochtans werd er in jaren dertig al 500 ha verbouwd. Onderzoek werd verder gezet, rassen werden veredeld. Na verloop van tijd neemt de productiviteit van de planten af, maar door de veredeling wordt de levenskracht van de planten herwonnen. Stalmest is voor maïs zeer aan te bevelen. Voor de bemesting moet vooral aan fosfaat en stikstof worden gedacht. Paarden trekken een eg over de akker om het mest te verspreiden. Alvorens te zaaien moet de grond voldoende los zijn en het zaad moet schoongemaakt en ontsmet worden. Het zaaien kan met de hand gebeuren met een zaaistok. Voor grotere percelen is machinaal zaaien aangewezen. Een precisiezaaimachine verdeelt het zaai in de rij. Een integraal gemechaniseerde machine zaait de maïs. Bij een goede opkomst van het zaad is uitdunnen noodzakelijk. Mechanische onkruidbestrijding is mogelijk, maar dit kan ook chemisch gebeuren. Bij de oogst kan het loof apart worden geoogst, want het is een goed en smakelijk voeder voor het vee. Het oogsten kan machinaal of handmatig gebeuren, afhankelijk van de soort en de grootte van het perceel. Handmatig wordt een plukhaak gebruikt: de techniek wordt nauwkeurig voorgedaan. De kolven kunne best meteen op een wagen worden gegooid. Indien de kolven nog niet voldoende droog zijn kunnen ze achteraf op het erf worden gedroogd. In het voorjaar kan de maïs gedorst worden met een gewone dorsmachine, maar je hebt ook gespecialiseerde maïsdorsmachines.