De proefneming op suikerbietenrassen

Belgische film van het Instituut ter verbetering van de Belgische biet en het ministerie van landbouw over de experimenten van het Bieteninstituut om tot betere suikerbietsoorten te komen.

De film overloopt de samenwerking met het ministerie van Landbouw en toont elke stap van het proces van de rassenveredeling. Dit gebeurt ‘blind’: dat wil zeggen dat de resultaten pas op het einde, bij een bijeenkomst van de rassencommissie van het ministerie van Landbouw, aan de bietensoorten worden gekoppeld. Zo gebeuren de onderzoekingen zeker en vast objectief.

Het bieteninstituut doet al 25 jaar aan rassenonderzoek en sinds enkele jaren investeert het ministerie van Landbouw mee, door tussenkomst van de dienst voor Afzet van Landbouwproducten, waardoor de tests een officieel karakter krijgen.

Dhr. Simon, directeur van het Bieteninstituut werd ontboden bij de minister van Landbouw Albert de Vleeschauwer om een laatste stand van zaken te geven over de proefnemingen. Dhr. Simon komt aangereden in zijn auto en stapt het ministerie binnen. Vervolgens zien we de ontvangst van Simon bij de minister samen met een delegatie (dhr. Vandendael en dhr Mendelsohn(?) directeur van de OMSA(?) En dhr Segers, voorzitter van de rassencommissie van het departement landbouw).

De minister betuigt zijn dank en wil verder op de hoogte gesteld worden over de laatste proefnemingen van 1959. De minister wil dat graag minder variëteiten zien, zodat de keuze voor de landbouwers simpeler zal worden. De minister vraagt aan Dhr. Simon of de tests voor alle bietenstreken in België geldig zijn.

Er wordt een plan opgesteld waardoor er over heel België op basis van de bodemsamenstelling verschillende proefpercelen opgemaakt worden om zo de variëteiten te testen. Een perceel wordt op een homogene bodem samengesteld en daarna in tien kleinere gehelen aangelegd, om zo de invloed van lokale bodemsamenstelling te beperken. Het zaaien van de percelen gebeurt systematisch en volgens een vaste methode om vergissingen te vermijden.

Aanleg van het perceel. Monsters van het zaad worden dan genomen bij de suikerfabrieken in het land door drie experts van het suikerbieteninstituut, het ministerie van Landbouw en de dienst voor afzet en dit voor elke variëteit over heel het land. Eenmaal de monsters in het bieteninstituut worden ze daar onderzocht. In een volgend stadium worden de zaadclusters vergeleken, waarbij de ene meer levenskracht heeft dan de andere. Bij deze kiemproeven worden de eenkiemige kluwen gesorteerd. Hieruit blijkt dikwijls een groot kwaliteitsverschil tussen de verschillende variëteiten.

Vervolgens worden de rijen uitgedund om zo wortelbrand te vermijden. Handarbeiders plukken in iedere rij het gezondste plantje uit elk bosje. Tweelingen worden ontkoppeld. In de komende maanden komen dan de verschillen tussen de variëteiten steeds sterker naar voren: ziekte, loofontwikkeling, doorgeschoten bieten, …

Minister de Vleeschauwer komt vlak voor het rooien de resultaten op de verschillende proefvelden aanschouwen met een delegatie in zijn zog. De resultaten tonen o.a. de effectieve bestrijding van ziekten zoals vergeling of het effectief tegengaan van bladluizen. Voor het rooien wordt met een krachtmeter de rooibaarheid van de biet gemeten. Dat is een belangrijke factor. Verschillende arbeiders koppen de bieten en rooien ze vervolgens.

Alles wordt zorgvuldig genoteerd en bijgehouden, waarna de zakken bieten in een vrachtwagen worden geladen om naar het Bieteninstituut te worden gebracht voor verder onderzoek. Daar worden ze zuiver gemaakt van aardekluiten. Uiteindelijk worden 150 bieten van drie proefvelden willekeurig onderzocht op samenstelling, suikerhoevelheeid, vezeligheid, … Vervolgens volgt de controle en onderzoek van de bieten als ze verwerkt en geraffineerd worden.

Vervolgens worden de cijfers in het bureau voor statistiek gesorteerd en zorgvuldig genoteerd. Dit gebeurt allemaal in tabellen waar geen enkele rassennaam op terug te vinden is. Het is slechts bij een vergadering op het ministerie van landbouw, onderleiding van dhr. Segers dat onthuld wordt welke soort welke resultaten heeft opgeleverd. De zegels worden nog gecontroleerd vooraleer ze geopend worden. Vanaf dan is het mogelijk om de variëteiten te vergelijken.

Een exemplaar gaat naar het ministerie van Landbouw en een naar de dienst van Afzet. Vervolgens worden de resultaten ook aan de landbouwpers meegedeeld. De resultaten tonen dat er grote verschillen bestaan. Door deze proeven kan de rendabiliteit van de suikerbietenteelt blijven stijging. De film eindigt met de mededeling dat de resultaten een officieel karakter hebben, dus dat men hier zeker rekening mee moet houden.

Alternatieve titel
L'éxpérimentation Des Graines De Betteraves À Sucre
Datering
1960
Plaats van vervaardiging
België
Regisseur
Wauthy, R.
Roussel, N.
Producent
Leyssens & co
Wetenschappelijk medewerker
Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet (KBIVB)
Opdrachtgever
Ministerie van Landbouw (BE) Biografie
Drager origineel
Film
Genre
Onderwerp
Taal
nl
Rechtenstatus film

Neem contact op met de betreffende bewaarinstelling voor meer informatie over de rechtenstatus
Filmkopies
K00231|CINEMATEK|Filmcollectie ministerie van Landbouw|CINEMATEK:77704 (nl)
Bewaarplaats
Cinematek
Eigenaar
FOD Economie
Collectie
Filmcollectie ministerie van Landbouw
Inventarisnummer
77704
Drager type
Film
Drager formaat
16mm
Beeld
Ja
Geluid
Ja
Kleur
Ja
Duur
43'31''
K00230|CINEMATEK|Filmcollectie ministerie van Landbouw|CINEMATEK:77704 (fr)
Bewaarplaats
Cinematek
Eigenaar
FOD Economie
Collectie
Filmcollectie ministerie van Landbouw
Inventarisnummer
77704
Drager type
Film
Drager formaat
16mm
Beeld
Ja
Geluid
Ja
Kleur
Ja
Duur
43'31''

  • Klik hier voor copyright en gebruiksvoorwaarden filmdatabank.

Andere interessante films

Terug naar boven