Het in de lengte doorboren van boomstammen was een technisch hoogstandje in de houtbewerking, waarvoor grondige hout- en materiaalkennis vereist was. De waterpomp was een belangrijke toepassing van zo’n uitgeholde stam. Na de algemene verspreiding van metalen pompen en leidingen in de negentiende eeuw en de drinkwaterdistributie in de tweede helft van de twintigste eeuw, raakte het gebruik van waterputten en -pompen snel in verval.
De specifieke uitrusting van de pompboorder bestond hoofdzakelijk uit handwerktuigen om de boomstam te doorboren, de lange lepel- en schulpboorijzers met kruk en allerlei verlengstukken en verbredingen aan het boorijzer. Vaak voerde de wagenmaker het pompboren als nevenbedrijf uit omdat hij over de nodige grote lepelboren beschikte. Tot de booropstelling behoren ook schragen, een bok, gereedschap om de stam vast te zetten en meettuigen (smetlijn).
Als basis vertrok de pompboorder van een rechte, meterslange boomstam (meestal eik). Aan de bovenkant werd een stuk uitgezaagd, daar werd later de pomparm bevestigd. De boom werd op schragen gelegd en met klemhaken vastgezet. Het boorgat werd aangezet met een kleine boor, maar het eigenlijke boorwerk gebeurde met een lange lepelboor waaraan een kruisvormig handvat bevestigd was (cf. foto). Deze boor lag op een in de hoogte verstelbare schraag. Boven en naast de boom was een koord gespannen waarmee de boorrichting werd gecontroleerd.
Nadat het gat geboord was, werd het onderaan gedicht met een stop of plank. Op zo’n 30 cm van de onderkant werd een horizontaal gat (lokgat) geboord. In het bovengedeelte (het gedeelte dat boven de grond zat) werd de diameter van het gat met een brede boor vergroot van ca. 5 cm tot ca. 10 cm (cf. foto). Daarin kwam het pompmechanisme. Onderaan dit vergrote gat werd het slot geplaatst waarop een beweegbaar lederen klepje bevestigd werd. De zuiger bevatte een emmertje waarmee het water opgepompt werd, dat via een horizontaal gat in de zijwand en een houten teut naar buiten stroomde.
Objectnummer |
B00016160
|
Objectnaam |
Foto
|
Titel |
Uitboren van een stam tot een houten pomp met behulp van een lepelboor
|
Bewaarplaats |
Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG) (is bewaarinstelling van)
Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG) (heeft als eigenaar)
|
Collectie |
Fotocollectie Collectie Bulskampveld
|
Datering |
1970-1990
|
Periode |
1975-2000
|
Rechtenstatus |
Voorwaarden voor hergebruik worden bepaald door de rechthebbenden. Gebruik het aanvraagformulier voor meer informatie. |
Het atelier is het kloppende hart van de wagenmakerij. Centraal staat er doorgaans een werkbank opgesteld, dicht bij het daglicht. Bemerk ook de vele handwerktuigen verspreid over het atelier. Vanaf h..
Een wielput of spaakkuil is een behoorlijk diepe rechthoekige opening in de grond die bedoeld is om het onafgewerkte wiel in te plaatsen. Verschillende houten wiggen houden het wiel op haar plaats. De..
Zaag om fruitkisten te repareren en bakjes te maken. Dit soort handzaag wordt ook wel eens Sint-Jozefs zaag genoemd. Deze zaag wordt niet enkel in de fruitsector gebruikt, maar kan ook voor andere to..