Wagenmaker Huys (Oedelem) geeft een demonstratie voor het maken van een wiel in zijn werkplaats (1983). Nadat de naaf met al zijn spaken bezet is in de wielput, plaatst Huys het wiel horizontaal op een driepikkel (ca. 50-100 cm hoog). Deze bestaat uit een stuk stam of hergebruikt houtblok, eventueel verstevigd met ijzeren beslag, of in vele gevallen een hergebruikte oude wielnaaf. Deze steunt op drie schuin opgestelde houten poten.

Verticaal in het midden van het blok zit een metalen pin stevig verankerd. De naaf met spaken wordt in horizontale stand met een gat in de achterzijde van de naaf rond deze pin gelegd, zodat het geheel in evenwicht ligt. Zo kan het onafgewerkte wiel rond haar as draaien en heeft de vakman aan alle zijden bewegingsvrijheid om op de spaken de plaats af te schrijven van de pennen waarop de velgen moeten komen.