Wanneer men in de jaren 1950 een buurtwinkel binnen stapte, werd men bediend door één van de eigenaars of winkelmeisjes. Zij overliepen samen met de klant het boodschappenlijstje en namen de gewenste producten uit het rek. Veel van de producten kwamen in de winkel aan in bulk. Bloem, suiker, koffie, enzovoort werden bijgehouden in grote bakken of blikken dozen. De winkelier weegde de gewenste hoeveelheid af en verpakte die in papieren zakjes, krantenpapier of flessen. Charcuterie en kaas werden voor de klant afgesneden. Klanten kwamen naar de buurtwinkel voor een product, niet voor een merk. Ze vertrouwden erop dat de winkel van hun keuze een bepaalde prijs-kwaliteit bood. De winkelier koos daarom zijn assortiment zorgvuldig uit. De onderlinge concurrentie tussen merken was daardoor minder in de winkelrekken te bemerken.
Objectnummer |
B00013096
|
Objectnaam |
Foto
|
Titel |
Interieur en personeel van kruidenier Karel Van Leemput en Kinderen
|
Bewaarplaats |
Familie Van Leemput (heeft als eigenaar)
|
Vervaardiger |
Studio Bulens (fotoatelier)
|
Datering |
1953
|
Periode |
1950-1975
|
Gerelateerde plaats |
Merksem - 2170 (afgebeelde plaats)
|
Rechtenstatus |
Voorwaarden voor hergebruik worden bepaald door de rechthebbenden. Gebruik het aanvraagformulier voor meer informatie. |
Stef Jannes in de armen van zijn ouders, Alice Braat en Eric Jannes. In de achtergrond ziet men de grootouders, René Jannes en Anna Mertens. Zij openden als eerste in de familie een viswinkel, 'De Ga..
Het merendeel van de winkeliers uit de jaren 1950 - 1960 waren van kindsbeen af actief in de zaak. Ze poetsten, maakten eenvoudige bereidingen en leverden ook vaak gekochte producten bij de klanten aa..
Italiaanse migranten aten in België aanvankelijk zoals ‘thuis’. Voedsel was een middel om de eigen identiteit te bewaren of zelfs te versterken. En uiteraard vervulde de ‘mamma’ hierin een cr..