Vanaf het midden van de achttiende eeuw bestonden er ijscaveaus (ijskoffers of -kisten) of kleine ijsbewaarders. Die dienden om het consumptie-ijs te bewaren en te transporteren dat destijds enkel op bestelling werd gemaakt. Aanvankelijk bestonden deze ijskoffers uit aardewerk of porselein, maar al snel ook uit blik of koper. De binnenkant bestond uit zink of plaatmetaal. De dubbele wanden zorgden voor een goede isolatie. Hier werden grote ijsblokken, gemengd met zout, in geplaatst. Het deksel was voorzien van een rubberen lint om de koelte nog meer te bewaren. Deze ijscaveau werd gebruikt om ijstaarten en andere ijsgerechten te transporteren naar de klant. Vaak gaven bakkers de ijscaveaus mee aan hun klanten om hun bestelde ijstaart tot aan het opdienen zo lang mogelijk koel te bewaren. Vanaf het midden van de twintigste eeuw kwamen diepvriezers op. Dit verlengde de bewaartijd aanzienlijk. De bakker bracht het ijs niet meer naar de klant, die kocht de taart in de winkel. Diepvrieszakken vervingen de ijskisten.
Objectnummer |
B00013426
|
Objectnaam |
IJskast
|
Titel |
IJskoffer R. Verroens
|
Bewaarplaats |
Bakkerijmuseum (is bewaarinstelling van)
|
Datering |
1850 - 1950
|
Periode |
1925-1950
1875-1900
1850-1875
|
Gerelateerd nummer |
Bakkerijmuseum; inv. nr.: 05256
|
Rechtenstatus |
![]() Voorwaarden voor hergebruik worden bepaald door de rechthebbenden. Gebruik het aanvraagformulier voor meer informatie. |
Behalve de losse beerton die in de laadbak of op een onderstel werd geladen of de beerkar waarvan de beerbak een integraal onderdeel van uitmaakte, bestond er ook de beerkar met semi-vast gemonteerde ..
Evenals de twee- en de driewielkar was de houten vierwielige wagen gedurende vele eeuwen op de boerenerven aanwezig. De wagen met vaste zijpanelen uit één stuk kwam voor in de zandstreek van centraa..
Kleine mand om klein fruit zoals bessen, frambozen en aardbeien te verpakken.